Jeugdwet (JW)

Laatste update: 9 januari 2023

Jeugdwet

De Jeugdwet vervangt de Wet op de jeugdzorg én diverse andere onderdelen van jeugdzorg die voorheen vielen onder de Zorgverzekeringswet (ggz voor jeugdigen) en AWBZ (zorg voor jongeren met een licht verstandelijke beperking). De Jeugdwet decentraliseert taken op het terrein van zorg, werk en jeugd naar gemeenten.

Gemeenten hebben de regierol, waarin zij verantwoordelijk zijn voor het leveren van alle jeugdhulp. Dat betekent dat zij zorg moeten dragen voor alle zorg bij opgroei-, opvoedings-, en psychische problemen en stoornissen (preventie, jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering) en kinderbeschermingsmaatregelen.

Financiering

Er zijn twee manieren om zorg of hulpverlening vanuit de Jeugdwet te ontvangen: via een persoonsgebonden budget (PGB) of via zorg in natura (ZIN).

Om als zorgaanbieder in aanmerking te komen voor een contract met een gemeente moet de zorgaanbieder deelnemen aan de zorginkoopprocedure van desbetreffende gemeente. De Jeugdwet kent een bepaling dat gemeenten, voor een goede uitvoering van de Jeugdwet, regionaal moeten samenwerken. Om meerdere redenen is het doelmatig, doeltreffend en belangrijk dat er samenwerkt zal worden:

  • veilig stellen beschikbaarheid van capaciteit;
  • beperken lasten voor zorgaanbieders;
  • het veilig stellen van (boven) regionaal georganiseerde specialistische hulp;
  • regionaal samenwerking kan hulpbehoevenden beter beschermen;
  • regionaal samenwerken bevordert snellere hulpverlening.

Welke gemeente uiteindelijk betaalt voor de jeugdhulp hangt ervan af waar een kind en de ouders wonen. Wonen ze in één gemeente? Dan is die gemeente verantwoordelijk voor de jeugdhulp. Wonen ze in verschillende gemeenten en zorgen zij in gedeeld co-ouderschap voor de kinderen? Dan is het ‘hoofdverblijf’ van het kind de verantwoordelijke gemeente. Gemeenten hanteren hierbij het volgende criterium: het hoofdverblijf is die gemeente waar de jeugdhulp aan het kind binnen zijn sociale netwerk (school, sport en vriendenkring) georganiseerd kan worden.

Iedere gemeente organiseert zelf de toegang tot de Jeugdzorg en maakt daar beleid op. In veel gevallen is sprake van samenwerkende partijen, zoals scholen, huisarts en GGD/consultatiebureau om een ouder toe te leiden naar de consulente van de gemeente. Deze voert samen met de ouder (en waar mogelijk de jeugdige) een gesprek over de benodigde zorg. In de ene gemeente mag een zorgaanbieder die reeds betrokken is daarbij aansluiten, bij een andere gemeente niet.

Er zijn verschillende vormen van jeugdhulp waar gemeenten verantwoordelijk voor zijn.

  1. Dreigende situatie
  2. Jeugdhulp aan huis
  3. Jeugd-GGZ; Voor de jeugd-GGZ heeft u een verwijzing nodig van:
    • een deskundige in dienst van (of namens) de gemeente;
    • de huisarts;
    • de medisch specialist;
    • de jeugdarts.
  1. Verblijf in een jeugdinstelling
  2. Pleegzorg
  3. Gesloten jeugdhulp bij ernstige problemen
  4. Jeugdzorg voor jongeren met een beperking; Het gaat om kinderen en jongeren met een:
    • (licht) verstandelijke beperking;
    • lichamelijke beperking (ook niet-aangeboren hersenletsel, NAH);
    • somatische aandoening, bijvoorbeeld een chronische ziekte;
    • psychiatrische aandoening, bijvoorbeeld autisme.
  1. Jeugdzorg voor jongeren met ernstige beperkingen
  2. Jeugdreclassering;

ALLEEN VOOR BVKZ LEDEN



Uitroepteken BVKZ Kennisplein, Academie en Shop
Alleen BVKZ leden hebben toegang tot onze kennisdocumentatie, e-learnings en digitale kennisbijeenkomsten. Wilt u ook toegang? Word dan lid van BVKZ.