BVKZ reageert op consultaties voor nieuwe en aangepaste wet- en regelgeving

Geplaatst op: 21 januari 2021

BVKZ is van mening dat wet- en regelgeving ook voor kleinschalige zorgaanbieders uitvoerbaar, haalbaar en passend moet zijn. Het is dan ook een van de belangrijkste activiteiten van BVKZ om de overheid hierop te wijzen.

Het afgelopen jaar heeft de overheid diverse concept wetteksten en aanpassingen in wet- en regelgeving uitgewerkt. Deze worden vervolgens door de overheid ter consultatie voorgelegd aan betrokken partijen. BVKZ heeft vanuit het oogpunt van kleinschalige zorgaanbieders naar deze voorstellen gekeken en haar reactie hierop gegeven. Hieronder geven we kort aan welke reacties we gegeven hebben.

1. Resultaatgericht beschikken WMO 2015
We hebben daar specifiek aandacht gevraagd voor 2 voorwaarden waaraan voldaan zou moeten worden als er gewerkt gaat worden met resultaatgericht werken. Namelijk dat aanbieders betrokken moeten worden bij de uitwerking van een heldere en haalbare resultaatafspraak.
Tevens dient een keuze voor resultaatgericht werken duidelijk, consistent en integraal gemaakt te worden (resultaat gericht indiceren, resultaat gericht financieren, resultaat gericht werken en resultaat gericht verantwoorden).

2. Wet maatschappelijk verantwoord inkopen jeugdwet en WMO 2015
Bij maatschappelijk verantwoord inkopen heeft BVKZ aandacht gevraagd voor de toepasbaarheid van selectiecriteria voor kleinschalige zorgaanbieders, diversiteit in het zorglandschap met zowel grotere als kleinere zorgaanbieders en reële prijzen gebaseerd op kostprijselementen passend bij zowel grotere als kleinere zorgaanbieders en indexatie op basis van Cao-afspraken.

3. Wet Elektronische gegevensuitwisseling in de zorg
In reactie op dit wetsvoorstel hebben we vooral de nadruk gelegd op toename van de administratieve lasten en kosten voor kleinschalige zorgaanbieders. Normeringen en standaardiseringen kunnen voor kleinschalige zorgaanbieders andere effecten hebben en daarmee belastend worden ervaren in plaats van verlichtend. Tevens hebben we verzocht om het papieren zorgdossier te mogen behouden.

4. Wijziging Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer WMG
We hebben de minister verzocht de eenmanszaken (werkend met 1 persoon) toe te voegen aan de lijst van uitzonderingen aangezien zij ook gezien kunnen worden als zzp-er die wel op de lijst van uitzonderingen staat.
In het Besluit is opgenomen dat onder de uitzonderingen maten en vennoten vallen die zorg doen verlenen in het kader van een maatschap of vennootschap waarvan zij maat of vennoot zijn. BVKZ heeft om helderheid gevraagd in de wettekst en in de uitwerking uit te werken of een vof onder de verplichtingen of uitzonderingen valt en wie vervolgens verplicht is een transparante financiële bedrijfsvoering te voeren en openbare jaarverantwoording op te stellen. De huidige teksten zijn daarin niet duidelijk.
In de nieuwe werkingssfeer is opgenomen dat alle zorgaanbieders een openbare jaarverantwoording moeten opstellen en indienen. Ook de kleinere zorgaanbieders. BVKZ heeft aangegeven dat dit disproportioneel is en heeft verzocht om uitsluiting van de verplichting tot openbare jaarverantwoording voor kleinschalige zorgaanbieders. Indien de minister hier niet op in wil gaan, heeft BVKZ verzocht de uitgevraagd informatie te laten aansluiten bij de administratieve verplichtingen en verantwoordingsbepalingen volgens het Burgerlijk Wetboek of fiscale regelgeving. Hierdoor hoeven zorgaanbieders geen nieuwe administratie in te richten en bij te houden wat de regeldruk en lasten enigszins beperkt.

5. Uitvoeringsbesluit Wtza
De Wtza schrijft een verplichte registratie van zorgaanbieders voor met een vergunningsplicht. Daarnaast dienen zorgaanbieder met > 10 werknemers intern toezicht te regelen.
BVKZ is van mening dat het aantal van 10 werknemers te laag is en heeft gepleit voor ophogen van de grens voor vergunningsplicht naar 50 zorgverleners.
Het hebben van een intern toezicht van 3 personen op een organisatie met slechts 10 zorgverleners, wordt door BVKZ ervaren als een te zware governance structuur. Ze heeft de minister verzocht het aantal werknemers te verhogen naar 50 zorgverleners en het aantal toezichthouders te verlagen naar 2 personen. Daarnaast heeft BVKZ aandacht gevraagd voor de persoonlijke rechtsvormen (Eenmanszaak, VOF) waar de structuur van intern toezicht niet past.

6. Wet houdende wijziging van de Jeugdwet en enige andere wetten teneinde te bevorderen dat jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering steeds voldoende beschikbaar zijn.
Ook bij dit wetsvoorstel heeft BVKZ gepleit voor een minder zware inrichting van intern toezicht en pas bij > 50 zorgverleners. En heeft ze wederom de problematiek van de persoonlijke rechtsvormen onder de aandacht gebracht. Ook de verplichting tot openbare jaarverantwoording en de druk hiervan bij kleinschalige zorgaanbieders zoals uitgewerkt in de werkingssfeer Wmg heeft BVKZ hier onder de aandacht gebracht.
Op de vraag hoe BVKZ kijkt naar regionale inkoop van jeugdhulp heeft ze aangegeven dat het regionaal organiseren van jeugdhulp zeker ook administratieve lastenverlichting met zich mee dient te brengen. Registraties op individueel gemeentelijk niveau zijn daarmee niet meer aan de orde. Een regionale inkoop zou ook een centrale contactpersoon met zich mee moeten brengen. Daardoor ontstaan korte lijnen en is helder met wie afgestemd moet worden over bovengenoemde onderwerpen. De inhoud van de zorgverlening dient dichtbij en rondom de betreffende klant met korte lijnen geregeld te worden. Een jeugdregio mag daarin niet beperkend zijn.

7. Houtkoolschets Acute Zorg
In onze reactie op de Acute Zorg van de toekomst hebben we onze zorgen geuit over de beschikbaarheid van specialisten ouderengeneeskunde en de samenwerking met de huisarts die naar onze ervaring op dit moment niet overal goed verloopt. Vooral kleinschalige wooninitiatieven merken dat de samenwerking tussen deze medici stroef verloopt. BVKZ heeft geadviseerd over te gaan naar een ander model. Huisartsen en Specialisten ouderengeneeskunde zouden nauw met elkaar kunnen gaan samenwerken in de vorm van een artsenpraktijk. Huisartsen en Specialisten ouderengeneeskunde zijn daarmee samen verantwoordelijk voor de ouderen in de regio. Specialisten ouderengeneeskunde werken daarmee niet meer voor een zorgaanbieder maar zetten hun capaciteit in voor de hele regio. Met deze samenvoeging komt er beschikbaarheid van artsen in de hele regio en kan toekomstige arbeidsmarktkrapte beperkt worden.
Ook heeft BVKZ verzocht om een andere bekostiging van tijdelijk verblijf omdat het beschikbaar houden van ‘bedden’ voor tijdelijk verblijf niet wordt vergoed. Als er dan sprake is van een crisissituatie zijn er geen bedden beschikbaar.
Voor de wijkverpleging heeft BVKZ haar zorgen geuit over de voorstellen om slechts met één wijkteam te gaan werken. Juist diversiteit maakt de kleur in de wijk en wordt voorkomen dat de verzekeraars en cliënten te afhankelijk worden van één zorgaanbieder.

 

 

Hoe nuttig was dit bericht?

Gemiddelde resultaat / 5. Aantal stemmen:

Nog geen stemmen.

Jammer om te horen dat je het bericht niet nuttig vond.

Vertel ons wat we kunnen verbeteren.