Cijfers Jeugdzorg Nederland over winstpercentages kleine zorgaanbieders misleidend

| Jeugdzorg

Geplaatst op: 19 november 2020

Afgelopen maand publiceerde Jeugdzorg Nederland (JN) een rapport over de financiële positie van jeugdzorg aanbieders. Met dit rapport vraagt JN aandacht voor de penibele financiële situatie waarin veel grote aanbieders (de systeempartijen) van jeugdhulp zich bevinden. Eén van de conclusies die ook in de media voor veel ophef zorgde, was de claim dat de allerkleinste jeugdhulp-aanbieders, organisaties met een omzet van maximaal 700.000 euro, gemiddeld maar liefst 35% winst zouden boeken. BVKZ herkent dat soort winstpercentages niet bij haar achterban. Reden voor BVKZ om eens in de cijfers te duiken.

JN heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op de gegevens 2018 uit DigiMV, de financiële jaarverslag-gegevens die aanbieders elk jaar aanleveren en die te vinden zijn op jaarverslagenzorg.nl. Bij nadere bestudering blijkt dit al snel problematisch te zijn. De beschikbare financiële gegevens blijken niet geschikt om uitspraken over gemiddelde winstmarges te onderbouwen.

Daarvoor zijn drie hoofdoorzaken aan te wijzen

1. Loonkosten eigenaar/zorgverlener moeten uit de winst gehaald worden

In de categorie aanbieders met een omzet tot € 700.000 vinden we veel eenmanszaken en VOF’s. Bij deze rechtsvormen werken de eigenaren vrijwel altijd mee als zorgverlener. In tegenstelling tot bij stichtingen en BV’s, staan de loonkosten van de eigenaar/zorgverlener bij een eenmanszaak of VOF niet in de jaarrekening. Het inkomen van deze zorgverleners wordt betaald uit de winst. Om uitspraken te kunnen doen over winstmarges zouden deze loonkosten dus eerst uit de winst moeten worden gehaald. Dat is in het onderzoek van Jeugdzorg Nederland niet gebeurd, waardoor het genoemde winstpercentage van 35% niet reëel is.

2. Uitsluitend jeugdwetinkomsten?

Jeugdzorg Nederland baseert zich bij haar conclusies op de totaal gerapporteerde bedrijfsinkomsten. In dit bedrag zitten ook veel inkomsten verwerkt die niet uit de jeugdwet afkomstig zijn. De gerapporteerde totale bedrijfsopbrengsten zijn maar liefst 40% hoger dan de inkomsten uit de jeugdwet alleen. Dat kan bijvoorbeeld omdat een organisatie actief is op het snijvlak van onderwijs en jeugdhulp, en vanuit beide domeinen deels gefinancierd wordt. Of bijvoorbeeld wanneer een zorgboerderij met de rechtsvorm VOF zowel de inkomsten uit zorg, als de inkomsten uit agrarische activiteiten, rapporteert in één jaarverslag. Eventuele winst uit agrarische activiteiten, of grondverkoop, worden dan in de systematiek van het onderzoek van Jeugdzorg onterecht gezien als winst uit de jeugdwet. Deze financiële gegevens geven dan een volstrekt vertekend beeld over de gemiddelde winsten die kleine jeugdhulp aanbieders zouden maken.

3. Cijfers DigiMV niet altijd correct

Zorgaanbieders leveren zelf hun financiële en andere gegevens voor de jaarverantwoording zorg aan. Dat gaat niet altijd even goed. Soms ontbreken bepaalde gegevens, of delen organisaties zichzelf ten onrechte in bij de categorie voor vereenvoudigde verantwoording. Ook komen we cijfers tegen die niet kunnen kloppen, zoals een logeerhuis met een omzet van 68 miljoen (cijfers 2017). Daar moet haast een typefout gemaakt zijn bij het invoeren.
Wie nog dieper inzoomt op deze cijfers ontdekt nog meer onvolkomenheden (fouten en omissies). Dat maakt dat de kwaliteit van de beschikbare data onvoldoende is om analyses op los te laten en conclusies aan te verbinden over bijvoorbeeld winsten die aanbieders zouden maken.

BVKZ vindt dit problematisch omdat hierdoor onvolledige inzichten ontstaan over de financiële positie van zorgaanbieders. Op basis van deze onvolledige inzichten worden vervolgens verkeerde conclusies getrokken en uitspraken gedaan die kleinschalige zorgaanbieders ten onrechte in een kwaad daglicht plaatsten. De controle op, en inrichting van, het aanleveren van gegevens over jaarverantwoording moet dus volgens BVKZ slimmer en beter.

Conclusie

Onze voornaamste conclusie is dat de beschikbare gegevens uit de jaarverslagen zorg niet gebruikt kunnen worden voor het doen van uitspraken over gemiddelde winstpercentages van kleine aanbieders van jeugdhulp. De claim van Jeugdzorg Nederland dat kleine jeugdhulp aanbieders gemiddeld 35% winst zouden maken is derhalve ongegrond en misleidend.

Verder lezen

Journalisten van Follow the Money hebben zich ook gestort op het onderzoek van Jeugdzorg Nederland en hebben daarbij BVKZ bevraagd over onze bevindingen. Gisteren heeft follow the Money hun onderzoek en bevindingen gepubliceerd:

Jeugdzorg Nederland heeft op haar website erkend dat de uitspraken t.a.v. winsten van kleinschalige organisaties prematuur en onvoldoende onderbouwd zijn. JN schrijft:

“Na de publicatie van ons onderzoek hebben we er met verschillende partijen over gesproken. In gesprekken met (vertegenwoordigers van) kleine aanbieders werden we er al op gewezen dat de vergoeding voor arbeid van de eigenaar/ondernemer soms in het resultaat kan zitten, waardoor deze ‘winst’ onvergelijkbaar is met bijvoorbeeld de winst van bv’s en stichtingen. Vanaf dat moment hebben we in onze contacten deze nuance aangebracht”

Het moge duidelijk zijn dat Jeugdzorg Nederland hier verwijst naar gesprekken die wij met hen gevoerd hebben. De volledige reactie van Jeugdzorg Nederland is hier te lezen.

 

 

Hoe nuttig was dit bericht?

Gemiddelde resultaat / 5. Aantal stemmen:

Nog geen stemmen.

Jammer om te horen dat je het bericht niet nuttig vond.

Vertel ons wat we kunnen verbeteren.